Christoffel Plantijn, de Frans-Antwerpse Gutenberg
Geen enkele Belg heeft zo zijn stempel op de uitgeverswereld gedrukt als Christoffel Plantijn. De Franse Antwerpenaar is zonder twijfel de meest invloedrijke Europese drukker naast Johannes Gutenberg. Vandaag dragen scholen en uitgevers in België nog steeds zijn naam.
Eerlijk is eerlijk. Christoffel Plantijn is een ingeweken Belg. Hij werd in mei 1520 als Christophe Plantin in de Franse gemeente Saint-Avertin bij Tours geboren. Daar groeide hij in een bescheiden en niet zo gelukkig gezin op. Plantin was vijftien toen hij zijn vader voor het laatst zag en een aantal jaren later verloor hij zijn moeder aan de pest. Zonder enige steun van huis uit trok hij in verschillende Franse steden rond op zoek naar werk in de drukkerswereld. Uiteindelijk kwam Plantijn in 1550 als boekbinder samen met zijn vrouw in Antwerpen aan. Ondanks zijn opleiding in de drukkers- en boekbindersgilde moest hij eerst enkele jaren in de luxe-nijverheid aan de slag.
Pas toen Plantijn de opdracht kreeg om de stedelijke administratie van Antwerpen in te binden, kwam zijn carrière helemaal van de grond. Hij opende in de daaropvolgende jaren zijn eigen winkel met de naam De Gulden Passer. Het embleem daarvan was dan ook een passer, vastgehouden door een hemelse hand. Als tekst bij het logo koos Plantijn voor de Latijnse spreuk ‘labore et constantia’ (‘door arbeid en standvastigheid’). Dat motto zou de rode draad doorheen zijn carrière worden. Vanuit het niets werkte Plantijn zich met een bewonderenswaardige daadkracht en discipline op tot persoonlijke drukker van koning Filips II. In diens opdracht drukte Plantijn de zogenaamde Biblia Polyglotta, een meertalige bijbel met voor elke taal een verschillend lettertype.
Bij het uitbouwen van zijn relaties ging Plantijn heel bedachtzaam en opportunistisch te werk. Tijdens de Beeldenstorm van 1566 bleef hij Spanje steunen en werkte zelfs in dienst van hertog Alva. Toen evenwel de Spaanse Furie in Antwerpen uitbraak, koos Plantijn eieren voor zijn geld en verhuisde hij voor bijna tien jaar naar het Nederlandse Leiden, waar hij als drukker in de universiteit aan de slag ging. Uiteindelijk keerde hij toch naar Antwerpen terug en stierf daar in 1589. Op dat moment was Plantijn de belangrijkste drukker van religieuze, liturgische en humanistische werken.
Omdat enkel nog Plantijns dochters leefden, lag de opvolging voor zijn drukkerij niet voor de hand. Hij koos ten slotte voor zijn één van zijn schoonzonen, Jan Moretus, om de drukkerij na zijn dood te leiden. Ook Moretus was van Franse oorsprong. Hij zette Plantijns werk verder en de drukkerij zou nog tot in de 19de eeuw een ontmoetingsplaats voor allerhande humanisten zijn. Vandaag is de oude drukkerij het Museum Plantin-Moretus geworden. Sinds 2005 staat het als eerste museum ooit op de Werelderfgoedlijst van de UNESCO. Bezoekers uit de hele wereld leren er nu hoe Plantijn de boekdrukkunst van Gutenberg verder verfijnde.