Amélie Nothomb, de meest Japanse Belgische schrijfster
Amélie Nothomb, op 9 juli 1966 in Etterbeek geboren als Fabienne Claire Nothomb, is een schrijfster die internationale erkenning geniet en die sinds het wereldwijde succes van Hygiëne van de moordenaar een vooraanstaande figuur binnen de hedendaagse Franstalige literatuur blijft.
Nadat ze een jaar rechten volgde aan de universiteit, studeerde Amélie als licentiate Romaanse filologie af aan de Vrije Universiteit Brussel en overwoog ze even een carrière in het onderwijs. Ze begon evenwel te schrijven, en bracht jaarlijks een boek uit bij uitgeverij Albin Michel. Ze werd een productief auteur, en haar werk is momenteel vertaald in 37 talen over de hele wereld.
Haar romans, die vaak worden omschreven als teksten op het snijpunt van middeleeuwse Japanse literatuur en westerse literatuur, snijden thema's aan rond de zin van het leven en de essentie van het mens-zijn, het schrijverschap en de passionele zelfmoord. De schrijfster speelt in haar eigen verhalen vaak de rol van personages die haar naam dragen en die ze als autobiografisch opvoert in de romans Gods ingewanden, Vuurwerk en ventilators en De hongerheldin, maar eveneens in De verloofde van Sado. Ze beschrijven de jeugd van de dochter van een diplomaat op het ritme van de aanhoudende verhuizingen in functie van de diplomatieke post van de vader.
In 1972, toen ze zes was, vertrok haar vader vanuit Japan richting Peking. In haar romans inspireert ze zich op die gebeurtenissen. De vele verhuizingen met het gezin beschrijft ze als opeenvolgende ontwortelingen.
Amélie Nothomb schreef ook liedjesteksten (voor Juliette Gréco: Le Pont de Juliette, voor zangeres Robert: o.a. L’appel de la succube (2000); A la guerre comme à la guerre (2002)). Haar boeken werden verfilmd en voor theater bewerkt (Hygiëne van de moordenaar (1999); Met angst en beven (2003); Tokyo Fiancée (2014).
Amélie Nothomb won heel wat literaire onderscheidingen: de Prix René-Fallet in 1993 voor Hygiène de l'assassin (Hygiëne van de moordenaar) en in datzelfde jaar de Prix Alain-Fournier. In 1999 kreeg ze de Grand prix du roman de l’Académie française voor Stupeur et tremblement (Met angst en beven). In 2007 werd Ni d’Eve ni d’Adam (De verloofde van Sado) bekroond met de prix Flore. In 2008 ontving ze de Grand prix Jean-Giono voor 'haar gehele oeuvre en haar inzet voor de Franstalige roman'. In 2015 werd ze verkozen als lid van de Koninklijke Academie voor Franse taal en letterkunde van België, waar ze het zitje van Simon Leys innam. In 2015 werd ze door koning Filip tot barones benoemd.
© Foto: Stéphanie Haskell