Ambiorix, symbool van verzet tegen de invaller
Toen België onafhankelijk werd, ging het op zoek naar helden die de nationalistische snaar bij de bevolking zouden raken. In die context groeide Ambiorix in de tweede helft van de 19e eeuw uit tot een nationale held in België, op de golven van dezelfde nationalistische en romantisch-historische beweging die de Fransen Vercingetorix opleverde.
Ambiorix was de leider van de Eburonen, een Gallische stam in het noorden van Gallië (destijds Gallia Belgica). Volgens Julius Caesar deelde hij de macht met Catuvolcos, ‘koning van de helft van de Eburonen’. In zijn De Bello Gallico situeerde Caesar de Eburonen ‘tussen Maas en Rijn’, in de streek van Tongeren, het ‘centrum van het territorium’ dat toen Atuatuca Tungrorum heette, en ook in de Ardennen en de Kempen.
De Romeinse troepen leken in 57 v. Chr. vrede te brengen in de streek, maar toen in 54 Julius Caesar het Gallische stamhoofd Dumnorix liet ombrengen en de tarweoogst mislukte, rees er ontevredenheid die zich keerde tegen de bezetter in zijn winterkwartieren. Dat was het startschot van een opstand van de Eburonen, aangevoerd door Ambiorix, en van meerdere Belgische stammen (Atuatuken, Nerviërs …). Met een list lokte hij het 14e Romeinse legioen van Cotta en Sabinus in een hinderlaag en hakte het in de pan tijdens de slag van Atuatuca, in een diepe vallei (wellicht de Jekervallei tussen het huidige Tongeren en Luik). Daarna overviel hij het kamp van Quintus Cicero, de broer van de beroemde gelijknamige staatsman. De belegerde Romeinse troepen hielden stand. Caesar kwam net op tijd om ze te ontzetten.
Ambiorix wist te ontkomen en vond toevlucht bij de Germanen. Caesars troepen namen echter massaal wraak (de inwoners werden afgevoerd en als oorlogsbuit verkocht), zodat de Eburonen, nochtans nog genoemd door de Griekse historicus Strabo, uit de officiële geschiedschrijving zouden verdwijnen door op te gaan in de Civitas Tungrorum.
Foto: © Johan Neven