Adrien de Gerlache de Gomery, een leven op zee
België heeft een kustlijn van minder dan 70 kilometer lang en kan niet bogen op een maritieme traditie. Maar dit hield Adrien de Gerlache niet tegen om het ruime sop te kiezen en heel wat ontdekkingen te doen, vooral in de poolgebieden. Zijn expeditie was de eerste die overwinterde in Antarctica. Zo werd hij een van de belangrijkste ontdekkingsreizigers uit de Belgische geschiedenis.
Adrien de Gerlache de Gomery wordt op 2 augustus 1866 geboren in Hasselt. Hij studeert aan de Polytechnische School van de ULB (Université Libre de Bruxelles) en daarna aan de zeevaartschool in Oostende. Na zijn studies gaat de Gerlache aan de slag op de veerbootlijn Oostende-Dover en later bij de dienst van de visserijwachtboten. Maar deze jobs oefent hij zonder veel enthousiasme uit. Hij wil een avontuurlijker leven.
Einde 19e eeuw is heel de wereld gekend en heeft de mens het grootste gedeelte ervan geëxploiteerd. Heel de wereld? Neen, een continent biedt nog weerbarstig weerstand: Antarctica. Slechts een handvol mensen heeft het continent betreden, maar het zuidpoolgebied is nog grotendeels terra incognita. Deze uitdaging laat Adrien de Gerlache niet liggen. Hij krijgt het nodige geld bij elkaar, koopt de driemaster de Belgica en vaart met een internationale bemanning naar het zuiden. De Belgica-expeditie (1897-1899) zal de geschiedenis ingaan als de eerste puur wetenschappelijke expeditie naar Antarctica en de eerste die in het zuidpoolgebied overwintert. Aan boord zijn onder meer de Noor Roald Amundsen en de Amerikaan Frederick Cook, die later zelf een belangrijke rol zullen spelen in de geschiedenis van de poolgebieden.
Adrien de Gerlache geeft in totaal 87 namen aan zijn geografische ontdekkingen. Familieleden, bekende personen en vooral steden en provincies die de expeditie financieel het meest ondersteunden, worden op deze manier vereeuwigd. En zo komt het dat de ruim 30.000 toeristen die nu jaarlijks naar het Antarctische Schiereiland reizen, niet om België heen kunnen. Ze varen onder meer langs Antwerpeneiland, Brabanteiland, Genteiland, Luikeiland en door de Vlaanderenbaai. De expeditie ontdekt ook het enige insect dat het ganse jaar door in Antarctica kan overleven: de Belgica antarctica.
In 1902 wordt het boek dat Adrien de Gerlache over zijn avontuur schreef, Vijftien maanden in Antarctica, bekroond door de Académie française. Hij keert niet meer naar Antarctica terug, maar onderneemt, samen met hertog Philippe van Orléans enkele wetenschappelijke expedities naar Groenland, Spitsbergen en de Frans-Jozefarchipel.
Wanneer de Eerste Wereldoorlog uitbreekt, verkast de Gerlache naar Christiana in Noorwegen. Niet om de oorlog te ontvluchten, maar om de Noorse bevolking bewust te maken van de oorlogsellende die de Belgen moeten ondergaan. Het boek dat hij publiceert, Le pays qui ne veut pas mourir (Een land dat niet wil sterven). opgedragen aan zijn broer Gaston die op 2 augustus 1915 is gesneuveld, groeit in Scandinavië uit tot een bestseller.
Een jaar later trekt Adrien de Gerlache naar Zweden om ook in dat land een bewustmakingscampagne te voeren. Via onder meer tentoonstellingen van Belgische kunstenaars probeert hij vooral de high society te bereiken.
Na de oorlog wordt Adrien de Gerlache technisch raadgever van de regering. Hij werkt onder meer een plan uit voor de opleiding van de marineofficieren. In 1934 wordt hij ernstig ziek (paratyfus) en op 4 december overlijdt hij. Zijn zoon Gaston zal later in zijn voetsporen treden en verschillende expedities naar Antarctica leiden.