Adolphe Quetelet, de grondlegger van de moderne statistiek
Deze wiskundige leidde een buitengewoon leven, eerst in de Napoleontische tijd en dan onder het Hollands bewind met de apotheose in het nieuwe België. Quetelet’s vele activiteiten houden verband met astronomie, statistiek en sociologie. Ze maakten van hem een van de belangrijkste wetenschappers van zijn tijd wiens invloed zich nog altijd doet gelden.
Adolphe Quetelet, of Lambert Adolphe Jacques Quetelet zoals hij voluit heet, werd op 22 februari 1796 in Gent geboren.
In 1819 promoveert hij aan de Gentse universiteit tot doctor in de mathematische wetenschappen op een proefschrift over de kegelsneden en doceert hij wiskunde in Gent en Brussel.
In 1823 bezoekt hij het observatorium van Parijs. Hij ontmoet er François Arago en Alexis Bouvard. Hij wordt beïnvloed door Laplace, Poisson en Fourier, met wie hij statistiek studeert, dat hij tot een wetenschap verheft.
In 1828 overtuigt hij de overheid publieke en private middelen op te halen voor een sterrenwacht in Brussel, waar hij in 1832 directeur van wordt. Twee jaar later wordt hij de vaste secretaris van de Académie royale de Belgique.
Adolphe Quetelet richt dan meerdere genootschappen en bladen over statistiek op, waarvan in 1837 de Transactions of the Statistical Society of London. Hij zorgt er vooral voor dat statistici internationaal gaan beginnen samen te werken.
In 1853 zit hij het eerste internationale congres over statistiek voor, in Brussel. Datzelfde jaar neemt hij deel aan de eerste internationale maritieme conferentie in Brussel, bedoeld om de uitwisseling van weerkundige gegevens te stimuleren. Deze samenwerking leidt in 1873 tot de Internationale Meteorologische Organisatie.
Zijn naam is verbonden aan de theorie van de ‘gemiddelde mens’, destijds in diskrediet gebracht door de kritiek van E. Durkheim en vooral M. Halbwachs. Maar onder invloed van P. Lazarsfeld vanaf de jaren ’60 krijgt Quetelet vandaag meer erkenning in de sociale wetenschappen. Hij voerde als eerste het werk uit voorbereid door Condorcet en Laplace: de toepassing van de waarschijnlijkheidsrekening in de studie van het sociale universum. Voorts ontwikkelde hij de procedure die bepaalde huidige toepassingen van het bijna experimentele denken aankondigt. Tot slot speelde hij internationaal een opmerkelijke rol door de inzameling en verwerking van statistische gegevens te coördineren en standaardiseren.
De eminente wetenschapshistoricus G. Sarton vond in 1935 zelfs dat Adolphe Quetelet, en niet Auguste Comte, de echte ‘oprichter van de sociologie’ was.
Hij overlijdt op 17 februari 1874 en ligt begraven op de begraafplaats van Brussel.