Paul-Henri Spaak, grondlegger van de Europese Unie
Paul-Henri Spaak werd ‘in een politieke familie’ geboren. Hij was de kleinzoon van de belangrijke liberale politicus Paul Janson, de zoon van de eerste vrouwelijke senator in België, Marie Janson, en de neef van Paul-Emile Janson, eind jaren 1930 Belgisch premier. Hoewel zowel zijn grootvader, moeder als oom elk hun stempel hebben gedrukt, is zijn invloed op Belgisch niveau amper te evenaren of geëvenaard.
Hij was beroemd om zijn politieke carrière, zijn retorische talent en overredingskracht, maar minder om andere aspecten uit zijn leven, zoals zijn krijgsgevangenschap in Duitsland tijdens de Eerste Wereldoorlog of zijn deelname in 1922 aan het internationale tennistoernooi Davis Cup. Twee totaal verschillende manieren om zijn land te vertegenwoordigen, maar een blijk van patriottisme van een man die bereid was te liegen over zijn leeftijd om in het leger te mogen en zijn vaderland te dienen.
Na de oorlog studeerde Spaak rechten en in 1920 werd hij lid van de Belgische Werkliedenpartij. Achttien jaar later, kort voor de Tweede Wereldoorlog, werd hij premier. Een pijlsnelle promotie, die weliswaar werd afgeblokt door de oorlog en de regering in ballingschap, gedurende welke hij minister van Buitenlandse Zaken was. Het was toen dat hij, samen met anderen, begon na te denken over Europa, over een door politieke en economische samenwerking eengemaakt en sterk Europa. Kwam hij tenslotte niet uit een land waar men zweert bij Eendracht Maakt Macht?
“Het Europa van morgen moet een supranationaal Europa zijn”
Zo ontstond in 1944 het heel innovatieve en ambitieuze Benelux-project, een douane-unie tussen de drie ‘kleine’ Belgische, Nederlandse en Luxemburgse buren. Een eerste vrije verkeer van kapitaal, personen, goederen en diensten dat werkelijk tot lering strekte van de toekomstige Europese Unie. Bij zijn terugkeer naar Brussel in 1944 was hij nog een tijdje minister van Buitenlandse Zaken, tot hij in de naoorlogse regering opnieuw premier werd.
Hij die doorgaat voor een van de grondleggers van de Europese Unie werd in 1945 aangesteld als de voorzitter van de eerste bijeenkomst van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties, een van de belangrijkste ooit gehouden, en in 1956 als secretaris-generaal van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO).
In 1955 kwamen de Europese staats- en regeringsleiders bijeen op de Conferentie van Messina. Paul-Henri Spaak werd er benoemd tot voorzitter van het comité dat een rapport moest opmaken over de totstandbrenging van een eventuele Europese gemeenschappelijke markt, officieus herdoopt tot het Comité-Spaak. Dat rapport, dat algauw ook het ‘Rapport-Spaak’ werd genoemd, lag niet alleen aan de basis van de Intergouvernementele Conferentie over de gemeenschappelijke markt en Euratom van 1956, maar diende ook als grondslag voor de opstelling van de Verdragen van Rome van 1957 tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap. Het laat zich makkelijk raden wie dat verdrag namens België heeft ondertekend…