Georges Rodenbach: ‘Dromen zijn de sleutels om uit onszelf te treden.’
Georges Rodenbach, op 16 juli 1855 geboren in Doornik, is de eerste Belgische auteur die het maakt in Parijs. Hij schrijft in het Frans over Vlaamse thema’s. Enkele maanden na zijn geboorte vestigen zijn ouders zich in Gent, waar Georges zijn jeugd en adolescentie doorbrengt.
Hij blinkt uit op het Sint-Barbaracollege, waar hij Emile Verhaeren ontmoet en met hem bevriend raakt. Daarna studeert hij met succes rechten aan de Universiteit Gent. Hij wordt doctor in de rechten en oefent twee jaar lang het beroep van advocaat uit in Brussel. Zijn vader stuurt Georges Rodenbach naar Parijs om zich te vervolmaken. Hij gaat er geregeld naar een literatuurclub. Hij legt er zijn eerste contacten in Parijs. In 1881 verlaat hij de balie en wijdt zich aan de literatuur. Hij schrijft bijdragen voor La Flandre libérale en voor het eerste nummer van La Jeune Belgique. In 1886 raakt hij dankzij La Jeunesse blanche niet alleen in België maar ook in Frankrijk bekend. In 1888 vestigt de auteur zich definitief in Parijs.
Georges Rodenbach schrijft een van de literaire hoogtepunten van het fin de siècle: Bruges-la-Morte, over Hugues Viane, die de dood van zijn vrouw niet kan verwerken. Hij trekt zich terug in Brugge, met z’n stille wateren, een afspiegeling van zijn rouw. Hij dwaalt door de doolhof van straten, kruist het pad van een onbekende jonge vrouw wier silhouet, stap, gelaat hem ernstig in de war brengen. ‘Ach, wat lijkt zij op zijn overleden vrouw!’ Hij wordt de geliefde van haar die zo vreemd op zijn dode echtgenote lijkt. Hij verliest zich in een labyrint van schijnwerkelijkheid, dubbelgangers, echte en ingebeelde gelijkenissen en uiteindelijk wurgt hij zijn geliefde met een haarlok van de afgestorvene. Deze roman, die de theses van het onwezenlijke koppelt aan de intuïtie van het symbolisme, verschijnt eerst van 4 tot 14 februari 1892 als feuilleton in Le Figaro en in juni in boekvorm bij Flammarion. Dit meesterwerk van het symbolisme wordt een groot succes.
Daarvoor, in 1888, was hij getrouwd met Anna-Maria Urbain, een Belgische journaliste uit Frameries. In 1894 voert de Comédie-Française voor het eerst een werk van een Belgisch auteur op, Le Voile. Datzelfde jaar wordt hij onderscheiden met het Erelegioen.
In 1896 publiceert hij Les Vies encloses, een dichtbundel geïnspireerd door het occultisme van Novalis, een van de meest vooraanstaande vertegenwoordigers van de Duitse romantiek. Hoewel hij al jaren ziek is, verschijnt er nog een meesterwerk van hem, ook gesitueerd in Brugge, Le Carillonneur (1897). Hij beschrijft realistisch de vinnige debatten in de stad tussen de voorstanders van Brugge-zeehaven (of Zeebrugge) en zij die de kunststad willen opdragen aan de elite in deze wereld.
Rodenbach sterft op 43-jarige leeftijd van een appendicitis, kerstdag 1898. Hij wordt begraven op het kerkhof Père Lachaise. Het grafmonument toont de dichter die uit zijn graf opstaat, een roos in de hand. Onderaan de grafsteen is een tempelierskruis gegraveerd.