Ernest Blerot, de meest productieve van zijn tijd
Ernest Blerot is een Belgisch architect, geboren op 21 februari 1870 in Elsene (Brussel) en aldaar overleden op 19 januari 1957. Hij studeerde af als architect aan Sint-Lukas Brussel. Hij is een van de interessantste kopstukken van de art nouveau in zijn geboortestad.
Wanneer hij 27 is, bouwt hij zijn eerste huis, aan de Belle-Vuestraat 46 in Brussel, zijn latere woonhuis trouwens. Vanaf dan wijdt hij zich zeven jaar lang aan de architectuur; hij tekent woonhuizen voor de kleine burgerij. Hun ontwerp wijkt nauwelijks af van dat van de klassieke eengezinswoningen in Brussel destijds, deels bepaald door de invoering van reglementen die in de nieuwe residentiële wijken de breedte en diepte van de percelen vastleggen. Zes meter gevel tegenover een vijftiental meter diepte. Burgerijhuizen bestaan vaak uit een halfondergrondse verdieping voor het dienstpersoneel (kelder, keuken), met daarbovenuit een bel-etage van drie ineenlopende kamers, en uit twee verdiepingen met kamers. Om de kosten voor de bouw zo veel mogelijk te drukken, begint hij rijwoningen te ontwerpen, zoals die aan de Vanderschrickstaat nrs. 1 tot 25 in Sint-Gillis, het Blerotgeheel genoemd. Hoewel het om een homogene huizengroep gaat, want getekend door dezelfde architect, is het geen gestandaardiseerde groep. Elk huis verschilt van zijn buur door zijn originele decoratie. Blerot ontwerpt voor elk huis een andere gevel; elk stuk binnen- én buitendecoratie krijgt een persoonlijke toets. Hij tekent zelf de glas-in-loodramen, de sgraffiti, het smeedwerk, de mozaïeken, het houtsnijwerk of de deurkrukken, met heel veel oog voor afwerking. Met een zestigtal huizen op zijn naam, gebouwd tussen 1897 en de Eerste Wereldoorlog, is Blerot een van de meest productieve architecten van zijn tijd.
In 1910, als hij 40 is, trouwt Ernest Blerot met de 20 jaar jongere Yvonne de Gheus d’Elzenwalle. Vanaf 1919 wijdt hij zich tien jaar lang aan de heropbouw van het kasteel Elzenwalle bij Ieper, geërfd van zijn schoonfamilie. Typisch voor deze heropbouw is dat hoofdzakelijk beton wordt gebruikt, gemaakt van de stenen van het vroegere kasteel. Ernest dacht eraan plantaardige vormen te integreren, de kern van de art-nouveaustijl. Hij wilde het kasteel in de omringende vegetatie integreren en zo doen opgaan in de massa. Oorspronkelijk waren de buitenmuren bedekt met klimplanten.
De volgende 28 jaar is Blerot nog amper bezig met architectuur. Mechanica is zijn passie en hij tekent ettelijke prototypes van auto’s.
U kunt met Visit Brussels de woning van de architect bezoeken. Nadere info vindt u opdeze website.