Generaal en baron Edouard Empain, de Belg die de metro van Parijs bouwde
Edouard wordt geboren op 20 september 1852 in Belœil, Henegouwen. Hij is de oudste van 7 kinderen van een eenvoudige dorpsonderwijzer die amper genoeg verdient om zijn gezin te onderhouden. Als kind al droomt Edouard ervan ingenieur te worden maar zijn vader kan alleen zijn middelbare studie betalen. De koppige jongeman geeft niet op en vindt werk. Hij heeft een inkomen en bereidt zijn ingenieursexamen voor de ‘middenjury’ voor, een zware opdracht die hij echter tot een goed einde brengt.
We zijn onder het bewind van Leopold II, bijgenaamd de Koning-Bouwer. Zowat overal rijzen bouwplaatsen uit de grond. Dat brengt Empain op het idee rond Namen een steengroeve te kopen en te exploiteren. Een geniale inval die hem snel fortuin oplevert en ertoe aanzet her en der in Wallonië zelfs 4 steengroeven te kopen.
Maar de steengroeven van Empain blijven verstoken van goede verbindingen. In zijn vernuftige geest kiemt dan het idee om lokale spoorlijnen aan te leggen tussen de dorpen en de steden. De vooruitgang is begonnen … Hij zamelt het nodige geld in om de Société des Railways économiques de Liège-Seraing et Extensions op te richten. Na de stoomtractie komt de elektrische tractie voor het stadsvervoer. Empain behoort niet tot de sceptici; hij ziet het idee wel zitten, voor hem ligt daar de toekomst van het vervoer. In 1891 brengt hij het idee in praktijk voor de stadstrams. In 10 jaar tijd bouwt hij een elektrisch tramnet uit in Boulogne, Rijsel, Caïro, Brussel, Gent, Charleroi en de langs de Noordzeekust. In Parijs doet hij nog straffer: daar legt hij een ondergrondse tramlijn aan. Die métropolitain maakt hem dankzij de Wereldtentoonstelling van 1900 wereldberoemd. Zijn activiteitein in dat domein reiken tot in Rusland, Spanje en China. Leopold II, die hem heeft geadeld, wekt zijn interesse op voor Afrika, waar hij vanaf 1904 de Compagnie des Grands Lacs Africains opricht.
Naast het tramnet van Caïro in Egypte stampte hij er een moderne stad uit de grond, het nieuwe Heliopolis of ‘de zonnestad’. Empain gaat in zee met een rijke en vlotte lokale zakenman, de Armeniër Boughos Nubar Pacha. Voor een prikje (1 Egyptische pond per feddan) kopen ze 2.500 hectare (5.952 feddan) woestijnland en ze krijgen een exploitatievergunning voor een elektrische spoorlijn. De Compagnie d’Héliopolis mag een tuinstad bouwen, die ze zal besturen als een gemeente. Het ruimtelijk plan voorziet in brede lanen met tuinen erlangs. Sommige zijn wel 40 meter breed. De architectuur is navenant, met monumentale bouwwerken, zoals de zetel van de Compagnie, boulevard Abbas. Heliopolis wordt opgetrokken in een ondefinieerbare stijl, die zowel Europees als neo-Arabisch aandoet en arcades, balkons, koepels, minaretten … combineert. Ook de verschillende soorten woningen voldoen aan zeer strikte normen. Zelfs de kleur (lichtgeel) is bepaald in het reglement. En uiteindelijk zal dit eclectisme een grote stijleenheid ademen.
Mede dankzij Empain is België, bij de overgang van de 19e naar de 20e eeuw, uitgegroeid tot ’s werelds tweede industriële grootmacht (per hoofd van de bevolking). Hij overlijdt op 22 juli 1929 in de Brusselse gemeente Sint-Pieters-Woluwe.
Generaal en adjudant van de koning der Belgen Empain wordt in 1907 door Leopold II geadeld.