Wist u dat twee Belgen Kaap Hoorn ontdekt hebben?

28/03/2018

De bekende kaap in het zuiden van Argentinië dankt zijn naam aan de Nederlandse stad Hoorn, die in 1515-1516 de expeditie van vader en zoon Le Maire financierde. Isaac Le Maire is een protestant, geboren in 1558 in het Henegouwse Doornik, die de vlucht nam naar Amsterdam en er een kleine rederij oprichtte. Hij was ervan overtuigd dat er een andere doorgang naar Azië bestond dan de route van de machtige Nederlandse Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC). Sinds 20 maart 1602 had die het alleenrecht op de vaart en de handel in alle wateren bereikbaar via de route ten oosten van Kaap de Goede Hoop en ten westen van de Straat van Magellaan. Door de ontdekking van die doorgang zou hij geen torenhoge rechten aan de VOC verschuldigd zijn. Zijn zoon, Jacob, gelast hij op verkenningstocht te gaan en hij rust twee stevige schepen uit, de Eendracht en de Hoorn, met een twintigtal kanonnen, 87 bemanningsleden en een ervaren zeeman, Willem Cornelisz Schouten.

Jacob zal de begeerde doorgang inderdaad vinden. Op vijf dagen varen van de Straat van Magellaan ontdekt hij meer naar het zuiden een nauwe doorgang, tussen een onbekend eiland en land beheerst door hoge bergen. Hij noemt die Statenland en Mauritius de Nassau. Verderop, in een woeste zee, rondt hij een indrukwekkende kaap die hij Hoorn noemt, ter ere van de stad van zijn handelspartners. Het doel is bereikt, maar tegen welke prijs! Een van zijn twee schepen, de Hoorn, is voor Patagonië in brand gevlogen en vergaan. Toch vaart hij verder nadat hij beide bemanningen op het andere heeft ingescheept. Er breekt een scheurbuikepidemie uit aan boord; meerdere zeelui komen om. Op 29 oktober 1616 loopt hij eindelijk de haven van Batavia binnen, het reisdoel. Maar daar, o ironie van het lot, worden hij en zijn luitenants gevangengenomen omdat ze in de Straat van Magellaan het VOC-monopolie hebben geschonden. Jacob wordt in de boeien geslagen en op 14 december in een boot naar Nederland gestuurd. Acht dagen later, op 22 december 1616, overlijdt hij schielijk en wordt hij overboord gegooid. De bekende doorgang heet, vier eeuwen later, nog altijd zoals Jacob Le Maire hem op alle zeekaarten had aangeduid.