Bron van leven aan boord van ruimtestation ISS
Astronauten in de ruimte van voldoende water en voedsel voorzien die dan nog ’s weinig plaats innemen ook? Het is geen makkelijke opgave. Het Europees Ruimtevaartagentschap (ESA) zoekt al lang naar dé oplossing. Het Studiecentrum voor Kernenergie (SCK) uit Mol lijkt die eindelijk te hebben gevonden: spiruline.
Normaal stuurt het SCK in november 2017 spiruline naar het ruimtestation ISS. Het is een groene superbacterie, een soort natuurlijke algensoort met tal van positieve eigenschappen, rijk aan proteïne, vitaminen en gezonde vetzuren. Ze kan afvalwater zuiveren, CO₂ in zuurstof omzetten en de biomassa die daarna overblijft, is nog eetbaar ook. Het goedje wordt bewaard in een kleine bioreactor, van zowat 20 bij 20 cm groot. Zo zal het ook naar het ISS worden vervoerd. Al ruim 10 jaar doet het SCK onderzoek met dit organisme.
Hoe de bacterie zich zal gedragen in de ruimte, valt nog af te wachten. Mogelijk zal die onderhevig zijn aan de kosmische straling en ook de gewichtloosheid kan een rol spelen. Vanuit Mol zal de groei online worden opgevolgd.
Op aarde bewijst spiruline al langer zijn nut. In de Democratische Republiek Congo (DRC) moet het ondervoeding tegengaan en sporters nemen tijdens intensieve trainingsperiodes weleens spirulinesupplementen voor meer energie en vitaliteit.