Jules Destrée, het compromis der Belgen
Jules Destrée wordt op 29 augustus 1863 in Marcinelle geboren in een intellectueel bourgeoisgezin. Hij is een briljant student, wordt op 20-jarige leeftijd doctor in de rechten en loopt stage bij Edmond Picart.
Naast zijn juridisch werk houdt Jules zich graag op in de artistieke en literaire kringen van zijn tijd. Daar ontmoet hij de etser Auguste Danse, met wiens dochter Marie, de nicht van Constantin Meunier, hij in 1889 huwt.
In 1892 sticht hij met Paul Pastur de Democratische Federatie. Aangedaan door het bloedige neerslaan van de opstand die eerst in Luik en later, in maart 1886, rond Charleroi en in het centrum uitgebroken is, begint hij zijn politieke loopbaan bij de Belgische Werkliedenpartij (BWP). In 1894 wordt hij verkozen voor de Kamer van Volksvertegenwoordigers, waar hij tot aan zijn dood zal zetelen.
Hij publiceert tal van uiteenlopende geschriften: proza, politieke en maatschappelijke essays of studies over artiesten als Odilon Redon of Rogier van der Weyden.
In 1912 richt hij zich in een brief tot de koning en schrijft hij deze waarschuwing: ‘Sire, u regeert over 2 volkeren. In België zijn er de Walen en de Vlamingen, er zijn geen Belgen.’ Hoewel Albert I de auteur nooit heeft geantwoord, vertrouwt hij zijn secretaris, Jules Ingenbleek, het volgende toe: ‘Ik heb de brief van Destrée gelezen. Hij is ontegensprekelijk een groot literair talent. Al wat hij zegt, is absoluut waar, maar het is evenzeer waar dat de administratieve scheiding een kwaad zou zijn dat meer nadelen en gevaren van allerlei aard zou veroorzaken dan de huidige situatie.‘ Een eeuw later lijkt het een profetische boodschap te zijn, aangezien ze is voorafgegaan aan de institutionele ontwikkeling die België sindsdien doormaakt.
Na de Duitse inval in 1914 gaat Jules Destrée op verzoek van de Belgische regering in ballingschap naar Frankrijk om de Belgische zaak te bepleiten in Londen, Parijs en Rome. In 1918 gaat hij ook op diplomatieke zending naar Sint-Petersburg en China.
Van 1919 tot 1921 is hij minister van Kunsten en Wetenschappen. Hij richt het Fonds der Meestbegaafden op, dat geniale kinderen uit arme gezinnen een goede opleiding wil geven: ‘Je moet filosofische antagonismen overstijgen en vooral inzetten op het openstellen van onderwijs voor allen.’ In 1920 richt hij de Académie royale de langue et de littérature françaises de Belgique op.
In 1929 ondertekent Jules Destrée met Camille Huysmans het Compromis des Belges, dat het separatisme veroordeelt, culturele autonomie toestaat voor Vlaanderen en Wallonië en de gemeenten en provincies meer autonomie wil geven.
Zoals eerder voor de Waalse zaak en de kunst komt hij kort voor zijn dood op tegen het fascisme, waarvan hij de afloop niet zal meemaken, want op 2 januari 1936 overlijdt deze bijzondere man in Brussel.