Anna Boch, een leven in het teken van licht
Anna Boch hanteert als eerste in België de techniek van het pleinairisme. Ze is impressioniste, daarna luministe en Belgisch mecenas. Ze is het tweede kind van Frédéric Victor, de stichter van de faiencefabriek Boch, en wordt op 10 februari 1848 geboren in Saint-Vaast. Haar hele leven lang koestert ze liefde voor de piano. Nochtans wijdt ze haar leven vooral aan de schilderkunst.
In 1883 wordt in Brussel de Groupe des XX opgericht, een antiacademische avant-gardebeweging. Drijvende kracht is Octave Maus, kunstcriticus en neef van Anna, die twee jaar later ook lid wordt. Vooral de Gentse kunstenaar Theo Van Rijsselberghe beïnvloedt haar sterk. Hij leert haar haar schilderijen nog meer op te lichten, er sfeer in te brengen. De jonge schilderes slaat de weg van het neo-impressionisme in. Ze sluit zich samen met Félicien Rops aan bij de XX en wordt de fakkeldrager van de impressionistische stroming in Wallonië. Op haar reizen in Frankrijk ondergaat ze de invloed van Seurat en Monet; terug hier vindt de bescheiden artieste uit La Louvière amper weerklank bij haar tijdgenoten. In die periode raakt ze ook bevriend met James Ensor, die haar in zijn doek Russische Muziek zal penselen. Onmiddellijk daarop volgt een pointillistische periode.
Zij ontfermt zich over jonge artiesten, zoals Vincent van Gogh, wiens talent ze bewondert en die bevriend is met haar broer, Eugène Boch. Zij koopt van hem voor 400 Franse franken De Rode Wijngaard, het enige werk dat Van Gogh tijdens zijn leven heeft kunnen verkopen.
Anna Boch’ collectie werd na haar overlijden geveild en het was haar laatste wil dat de opbrengst zou gaan naar behoeftige artiesten op hun oude dag.
U kunt werk van haar gaan zien in het Fin-de-Sièclemuseum in Brussel en in het Wiertzmuseum in Elsene of op deze site.